Pagina's

dinsdag 7 september 2010

uitvoering monitoringsplan grondwaterverontreiniging

Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de omwonenden van het voormalige gasfabriekterrein Marnixstraat in stadsdeel Centrum en stadsdeel West

Datum 6 september 2010
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door
Rechtstreekse nummer 14 020
Faxnummer

Bijlage

Onderwerp uitvoering monitoringsplan grondwaterverontreiniging

Geachte mevrouw, mijnheer,

Zoals u weet, is in de periode november 2008 tot juni 2009 op het terrein van de voormalige gasfabriek aan de Marnixstraat opnieuw onderzoek uitgevoerd naar de bodemverontreiniging van het terrein. In oktober 2009 hebben wij u op de hoogte gebracht van de onderzoeksresultaten. Op basis van het onderzoeksrapport is een monitoringsplan voor de grondwaterverontreiniging gemaakt. Dit plan is op 5 juli 2010 goedgekeurd door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Met deze brief informeren wij u over de uitvoering van het monitoringsplan.

Resultaat onderzoek
De onderzoeksresultaten bevestigen op hoofdlijnen de resultaten uit eerder uitgevoerde onderzoeken. Er is weliswaar sprake van ernstige bodemverontreiniging maar er zijn géén risico’s voor mens, plant en dier. Het is helaas niet mogelijk om op basis van het onderzoek een éénduidige uitspraak te doen of de verontreiniging zich via het grondwater verspreidt. Vooralsnog lijkt de verontreiniging zich nauwelijks te verspreiden.
Op basis van het onderzoeksrapport is een monitoringsplan gemaakt voor het bewaken van de grondwaterverontreiniging.

Monitoringsplan
Het monitoringsplan is op 5 juli 2010 goedgekeurd door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. De komende jaren gaan we de omvang en concentratie van de grondwaterverontreiniging in de gaten houden door op diverse plekken en op verschillende dieptes binnen het verontreinigde gebied monsters te nemen van het grondwater. Het doel is om uiteindelijk een gedetailleerde uitspraak te kunnen doen over de aanwezigheid van een onaanvaardbaar (verspreidings)risico. Op basis van deze uitspraak kan dan een beslissing worden genomen over de verdere aanpak van de grondwatersanering.

Start uitvoering monitoring
Het nemen van grondwatermonsters gebeurt via peilfilters. Voor een deel wordt gebruik gemaakt van peilfilters die tijdens eerdere onderzoeken zijn geplaatst. Daarnaast worden op een aantal locaties nog nieuwe peilfilters geplaatst. Dit zal gebeuren in de periode 13 t/m 24 september 2010. Voor het plaatsen van de peilfilters wordt een bedrijfsauto ingezet. Mocht deze auto op een plek komen te staan die de bereikbaarheid beperkt, dan zullen wij dit met de direct betrokkenen overleggen.
Nadat alle peilfilters geplaatst zijn, zullen in oktober voor de eerste keer grondwatermonsters genomen worden. Als bewoner zult u niets merken van het nemen van de monsters. Het is echter wel zo dat een aantal peilfilters zich op een binnenterrein bevinden. Wij nemen rechtstreeks contact op met de direct betrokkenen over het nemen van de grondwatermonsters. Het tijdstip wordt vanzelfsprekend in overleg met deze betrokkenen afgesproken.

Het vervolg
De eerste twee jaar zullen twee keer per jaar, in oktober en april, grondwatermonsters worden genomen. Vervolgens worden nog één keer per jaar monsters genomen. De resultaten en conclusies van de monitoring worden elk jaar gerapporteerd aan de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Een samenvatting van deze rapportages komt op de website van stadsdeel Centrum te staan.
Over vijf jaar moet bepaald worden hoe de verdere aanpak van de grondwaterverontreiniging uitgevoerd gaat worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de resultaten en conclusies van de monitoring. Vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Informatie en vragen
Bij het monitoringsplan zijn zowel stadsdeel Centrum als stadsdeel West betrokken. Stadsdeel Centrum is daarbij de trekker. Voor uitgebreide informatie over het monitoringsplan verwijzen wij u graag naar onze website: www.centrum.amsterdam.nl (Projecten>alle projecten>Bodemonderzoek voormalig gasfabriekterrein Marnixstraat).

Voor verdere vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met stadsdeel Centrum en vragen naar Sjaak Snoek (projectleider) op telefoonnummer 020-552 4516 en/of Luitje Douma (assistent projectmanager) op telefoonnummer 020-552 4754.

Met vriendelijke groeten,
Namens het dagelijks bestuur,



Ton Boon
hoofd communicatie a.i.

dinsdag 24 augustus 2010

dinsdag 11 mei 2010

Aan de omwonenden van het voormalige gasfabriekenterrein Marnixstraat in stadsdeel Centrum en stadsdeel West

Onderwerp

Monitoringsplan grondwaterverontreiniging




Geachte mevrouw, mijnheer,



Zoals bekend is in de periode november 2008 - juni 2009 op het terrein van de voormalige gasfabriek aan de Marnixstraat, ter hoogte van de Groenmarkt en Appeltjesmarkt, opnieuw onderzoek uitgevoerd naar de bodemverontreiniging van het terrein. In oktober 2009 hebben wij u op de hoogte gebracht van de onderzoeksresultaten. Met deze brief informeren wij u over het vervolg.



Monitoringsplan


De onderzoeksresultaten bevestigen op hoofdlijnen de resultaten uit eerder uitgevoerde onderzoeken. Er is weliswaar sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging maar er zijn géén risico’s voor mens, plant en dier. Het is helaas niet mogelijk om op basis van het onderzoek een éénduidige uitspraak te doen of de verontreiniging zich via het grondwater verspreidt. Vooralsnog lijkt de verontreiniging zich nauwelijks te verspreiden. Op basis van het onderzoeksrapport is nu een monitoringsplan voor de grondwaterverontreiniging gemaakt. In dit plan wordt beschreven hoe we de komende jaren de omvang en concentratie van de grondwaterverontreiniging in de gaten houden. Het doel is om uiteindelijk een gedetailleerde uitspraak te kunnen doen over de aanwezigheid van een onaanvaardbaar (verspreidings)risico.



Het vervolg


Het monitoringsplan is ingediend bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB). De DMB heeft het monitoringsplan goedgekeurd en heeft de conceptbeschikking vanaf 5 mei 2010 ter inzage gelegd. Gedurende zes weken daarna ligt de conceptbeschikking, het plan en andere relevante gegevens ter inzage bij:

  • de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, Weesperplein 4, kamer 613, op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur en tussen 13.00 en 16.00 uur of op donderdagavond; hiervoor moet u ten minste twee dagen van te voren een afspraak maken. U kunt hiervoor contact opnemen met de Dienst Milieu en Bouwtoezicht tussen 9.00 en 12.00 uur en tussen 13.00 en 16.00 uur, via telefoonnummer (020) 551 3984, 551 3885 of 551 3980.
  • stadsdeelkantoor West, Bos en Lommerplein 250, Informatiebalie, op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur.

Wanneer er geen bezwaren worden ingediend, wordt de beschikking na zes weken definitief. Zodra het stadsdeel de definitieve beschikking heeft ontvangen, zal dit onder andere bekend gemaakt worden via de websites van de stadsdelen Centrum en West en de stadsdeelkranten. Vervolgens wordt een ingenieursbureau geselecteerd die het monitoringsplan gaat uitvoeren. Naar verwachting worden na de zomervakantie een aantal extra peilfilters geplaatst. Vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen.



Informatie en vragen


Bij het onderzoek zijn zowel stadsdeel Centrum als stadsdeel West (voormalig stadsdeel Oud-West) betrokken. Stadsdeel Centrum is daarbij de trekker. Mogelijk heeft u vragen over het bodemonderzoek. Voor uitgebreide informatie hierover verwijzen wij u graag naar onze website: www.centrum.amsterdam.nl>Projecten>alle projecten>Bodemonderzoek voormalig gasfabriekterrein Marnixstraat.


Voor verdere vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met stadsdeel Centrum en vragen naar Joop Gerrits (projectmanager) op telefoonnummer 020-552 4737 en/of Luitje Douma (assistent projectmanager) op telefoonnummer 020-552 4754.



Met vriendelijke groeten,

Namens het dagelijks bestuur,


M. Maten

hoofd communicatie

maandag 12 april 2010

Speakers Corner

Het was een lekker en chaotisch feest, met een hoop rare snuiters en inspirerende ideeën. De C2H5OH vloeide rijkelijk en zorgde voor een creatieve input. Kortom een geslaagd feest. Foto's en filmpjes zijn te zien op onze 'Feestboek' pagina.

donderdag 25 maart 2010

dinsdag 23 maart 2010

Model voor Sociaal Plan

Bij stedelijke vernieuwing

Maart 2010



1. Wat is het Sociaal Plan?

In dit Sociaal Plan staan alle afspraken en regelingen waar u als bewoner mee te maken
krijgt omdat Ymere het complex waarin u woont gaat .
Het Sociaal Plan is gebaseerd op de ‘Amsterdamse kaderafspraken voor sociale plannen
bij sloop en verbetering 2008 t/m 2010’. Dit is een overeenkomst tussen de gemeente
Amsterdam, de Amsterdamse stadsdelen, de Huurdersvereniging Amsterdam en de
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. Ook Ymere heeft deze overeenkomst
ondertekend.
Daarnaast staan in het Sociaal Plan de afspraken die specifiek voor het
project tussen de bewonerscommissie en Ymere
gemaakt zijn.

In het volgende hoofdstuk leest u over het project en de ingrepen. Over welke woningen
gaat het en voor welke aanpak is gekozen?
Hoofdstuk <..> gaat over uw herhuisvesting naar een voor u passende woning. Wat
precies een passende woning is, leest u in hoofdstuk <…>: hoe groot mag uw nieuwe
woning zijn en wat is de maximale huurprijs?
De financiële regelingen waarmee u te maken krijgt, staan in hoofdstuk<…>. In dit
hoofdstuk leest u onder andere over de verhuiskostenvergoeding en huurtoeslag.
Hoofdstuk <…> bevat alle overige de afspraken. Hoofdstuk <…> is de planning voor het
project . Zo weet u wanneer welke stappen in het proces genomen worden.
In hoofdstuk <…> staan alle nuttige adressen vermeld. In hoofdstuk <..> staan de
contactpersonen van Ymere en in het laatste hoofdstuk is een verklarende woordenlijst
opgenomen.
Alle genoemde bedragen in dit Sociaal Plan zijn, tenzij anders vermeld, prijspeil en jaartal>. Deze bedragen wijzigen jaarlijks.
Alle regelingen/toezeggingen in dit Sociaal Plan gelden per woning en voor de duur van
het project.


2. Het project en de aanpak


2.1 Project

vernieuwingsplan>


2.2 Aanpakvoorstel

U woont in de . Het voorstel voor dit wooncomplex is .
Dit betekent dat u op termijn uw woning moet verlaten. Ymere realiseert zich dat dit voor u
een ingrijpende gebeurtenis is. In dit Sociaal Plan kunt u lezen wat dit voor u betekent en
op welke manier Ymere u daarbij ondersteunt.


3. Herhuisvesting

3.1 Startdatum

De daadwerkelijke start van de herhuisvesting, dus het zoeken naar een andere woning, is
de peildatum. Op verzoek van Ymere stelt het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam
(OGA), namens B&W, de peildatum vast. De peildatum is gericht op maar een ding: de
bewoners een voorrangspositie geven in de woonruimteverdeling. Het stadsdeel moet
positief adviseren over de plannen van Ymere. De peildatum wordt altijd zo gekozen, dat u
tenminste een jaar de tijd heeft voor het zoeken naar vervangende woonruimte.


3.2 Huisbezoeken

Voordat u gaat zoeken naar een andere woning, komt een consulent herhuisvesting van
Ymere bij u thuis om uw gegevens en woonwensen vast te leggen. Met deze informatie
wordt uw zoekprofiel bepaald. Zo weten u en de consulent herhuisvesting welke
mogelijkheden bij uw persoonlijke omstandigheden passen.
Op kosten van Ymere schrijft de consulent herhuisvesting u met de juiste gegevens bij
WoningNet in als woningzoekende. Als u al ingeschreven bent, ontvangt u een nieuw
inschrijfnummer. Met het inschrijfnummer kunt u zelf reageren op het aanbod van
WoningNet.


3.3 Voorrangspositie op de woningmarkt

Voorrang WoningNet aanbod Amsterdam
Stedelijk geldt dat de legale hoofdbewoners die hun woning verlaten vanwege sloop of
ingrijpende renovatie de status van stadsvernieuwingskandidaat krijgen.
Stadsvernieuwingskandidaten kunnen met voorrang inschrijven op een passende woning
uit het Amsterdamse aanbod van WoningNet. Een passende woning is een woning die
past bij de samenstelling en het inkomen van het huishouden. Meer hierover kunt u lezen
in hoofdstuk . In Amsterdam worden verschillende soorten voorrangskandidaten
onderscheiden, waaronder voorrangskandidaten die vanwege sloop/nieuwbouw of een
ingrijpende renovatie hun woning moeten verlaten, de zogenaamde
stadsvernieuwingskandidaten. Deze stadsvernieuwingskandidaten komen in volgorde ná
de huishoudens die vanwege een calamiteit met absolute voorrang moeten worden
gehuisvest, maar vóór alle overige voorrangskandidaten aan de beurt.
Als meerdere stadsvernieuwingskandidaten reageren op dezelfde, passende woning, en
in principe gelijke rechten op de woning hebben, wordt de woning toegewezen aan de
kandidaat:
-die langer dan vijf jaar in het stadsdeel woont. Vervolgens:
-waarvan de woning het eerst gesloopt/gerenoveerd wordt. Vervolgens:
-met de langste woonduur. Vervolgens:
-met de oudste geboortedatum.
Voorrang WoningNet aanbod in de regio
U kunt kiezen voor een andere passende sociale huurwoning in de regio. Dit is in beperkte
mate mogelijk met stadsvernieuwingsurgentie in Amstelveen, Zaanstad en
Haarlemmermeer. De regels met betrekking tot een passende woning zijn in de regio
anders dan in Amsterdam. Dit staat vermeld in de WoningNetkrant of op
www.woningnet.nl. De consulent herhuisvesting kan u hier tijdens het huisbezoek meer
over vertellen.
Voorrang vrije sector huurwoningen Ymere
Voor vrije sector huurwoningen van Ymere geldt ook voorrang voor
stadsvernieuwingskandidaten. Vrije sector huurwoningen hebben meer comfort en luxe
tegen een hogere huur (vanaf circa € 700 per maand). U kunt op www.ymere.nl onder het
menu ‘’huren’’ de woningen zien en daarop reageren. Dit kan ook op www.woningnet.nl.
Bewoners van hebben voorrang op niet-bewoners van Ymere. Als u
belangstelling heeft voor een vrije sector huurwoning van Ymere kunt u dit aangeven
tijdens het huisbezoek van de consulent herhuisvesting.
Via www.woningnet.nl kunt u ook reageren op vrije sector woningen van andere
corporaties. Voor die woningen hebt u als stadsvernieuwingskandidaat geen voorrang op
andere woningzoekenden.
Voorrang koopwoningen Ymere
Als u interesse heeft voor een koopwoning, biedt Ymere u actief de woningen uit haar
bezit, die in de periode dat u stadsvernieuwingsurgent bent te koop komen, aan. U kunt
uw interesse en voorkeuren aangeven tijdens het huisbezoek van de consulent
herhuisvesting.


3.4 Garantie op passend aanbod in de nabije omgeving

Ymere spant zich in om voor bewoners die dat willen een passende woning in het
stadsdeel/het vernieuwingsgebied aan te
bieden. Dit kunnen we helaas niet altijd garanderen, omdat we hierbij afhankelijk zijn van
de woningen die op dat moment vrijkomen.


3.5 Individuele bewonersbegeleiding

Stadsvernieuwingskandidaten kunnen zelf zoeken en reageren op het woningaanbod van
WoningNet. Indien nodig kan de consulent herhuisvesting u ondersteunen in het zoeken
naar een andere woning. Daarbij levert Ymere maatwerk. De geboden begeleiding hangt
af van de wensen en mogelijkheden van de bewoners en kan bestaan uit:
• begeleiding bij het gebruik van WoningNet;
• als WoningNet onvoldoende resultaat oplevert: woningen actief aan u aanbieden;
• begeleiding bij de huuropzegging en het tekenen van een huurcontract;
• informeren over huurtoeslag en vergoedingen;
• extra ondersteuning en advies voor oudere bewoners of bewoners met een medische
indicatie;
• maatwerk voor noodzakelijke woonwensen


4. Wat is een passende woning?

Met uw stadsvernieuwingsurgentie kunt u reageren op een woning uit het aanbod van
WoningNet dat past bij uw huishoudensamenstelling, leeftijd en inkomen.
In onderstaande overzichten ziet u wat voor uw situatie een passende woning is.


4.1 Huurprijs passend bij inkomen

In Amsterdam worden bepaalde sociale huurwoningen met voorrang toegewezen aan
huishoudens met een laag inkomen. Voor deze woningen gelden maximum
inkomenseisen. In de advertentie in WoningNet kunt u zien of er voorrang geldt voor
huishoudens met een laag inkomen. Deze woningen zijn in de advertentie gelabeld met
een 1 of een 2. Voor woningen die niet het label 1 of 2 hebben, gelden geen maximum
inkomenseisen.
Label 1: Voorrang voor de volgende inkomensgroepen:
- alleenstaande 65 jaar of ouder, jaarinkomen maximaal € 19.800
- alleenstaande tot 65 jaar, jaarinkomen maximaal € 20.975
- meerpersoonshuishoudens 65 jaar of ouder, jaarinkomen maximaal € 27.075
- meerpersoonshuishoudens tot 65 jaar, jaarinkomen maximaal € 28.475
Label 2: Voorrang voor huishoudens met een inkomen tot maximaal € 37.020


4.2 Woonoppervlak passend bij huishouden

Woonoppervlak1 Voorrang voor huishoudens met tenminste
< 60 m2 Geen voorrang voor bepaalde huishoudens
60-79 m2 Huishoudens bestaande uit tenminste 3 personen
80 m2 en meer Huishoudens bestaande uit tenminste 5 personen
1Het woonoppervlak wordt bepaald volgens het Woningwaarderingsstelsel. Deze oppervlakte staat ook op
WoningNet vermeld.
Wat telt mee bij het woonoppervlak?
Kamers, keuken, bad/doucheruimte, zolderkamer bereikbaar met eigen trap.
Wat telt niet mee bij het woonoppervlak?
Zolderkamers bereikbaar via gemeenschappelijke trap, gang hal, overloop, berging, toilet
en balkon. Kamers kleiner dan 4 m2 en kamers zonder daglichttoetreding tellen als
berging.


5. Financiële regelingen

5.1 Verhuiskostenvergoeding

Stadsvernieuwingskandidaten komen vanaf de peildatum in aanmerking voor een
verhuiskostenvergoeding van € 5.350 (prijspeil maart 2010).
U ontvangt de vergoeding éénmalig, in twee delen. De eerste helft krijgt u nadat wij van u
de huuropzegging hebben ontvangen én de verhuurmakelaar van Ymere de voorinspectie
van uw woning heeft uitgevoerd. De andere helft ontvangt u nadat u uw woning plus de
bijbehorende zolder en/of berging schoon en leeg en volgens afspraak met de
verhuurmakelaar heeft opgeleverd aan Ymere. Eventuele huurachterstanden en andere
openstaande nota's worden met deze laatste uitbetaling verrekend.


5.2 Huurtoeslag

Of u in aanmerking komt voor huurtoeslag hangt af van de huur van de nieuwe woning, uw
leeftijd, huishoudensamenstelling, inkomen en vermogen. Op www.toeslagen.nl kunt u zelf
een berekening maken van de huurtoeslag die u bij een bepaalde huur kunt ontvangen. U
vraagt huurtoeslag aan bij de Belastingdienst. Kijkt u hiervoor op www.toeslagen.nl of belt
u met de Belastingtelefoon 0800 – 0543.
Bij iedere huishoudensamenstelling geldt een maximale huur waarmee u in aanmerking
kunt komen voor huurtoeslag. Is uw huur hoger dan de maximaal toegestane huur, dan
komt u niet in aanmerking voor huurtoeslag. Hieronder een overzicht:
huishoudensamenstelling Maximale huur
nieuwe woning
ouderen, gehandicapten en gezinnen met drie of meer kinderen € 647,53
3- en meerpersoonshuishoudens € 548,18
1- en 2-persoonshuishoudens € 511,50
Jongeren tot 23 jaar € 357,37
1voor huishoudens met 3 of meer kinderen jonger dan 18 jaar is de rekenhuur in Amsterdam maximaal € 647,53
(over het bedrag boven € 548,18 wordt geen huurtoeslag verstrekt)
Er is ook een inkomensgrens, gekoppeld aan de samenstelling van het huishouden. Is uw
inkomen hoger dan deze grens, dan komt u niet in aanmerking voor huurtoeslag. De
maximale bedragen in een overzicht:
type huishouden1 maximum
belastbaar inkomen2
Eenpersoonshuishouden 18 tot en met 64 jaar € 20.975
Meerpersoonshuishouden 18 tot en met 64 jaar € 28.475
Eenpersoonshuishouden 65 jaar of ouder € 19.800
Meerpersoonshuishouden 65 jaar of ouder € 27.075
1de leeftijd geldt voor de aanvrager van huurtoeslag
2de inkomens van alle tot het huishouden behorende personen tellen mee.
Van het inkomen van kinderen beneden de 23 jaar hoeft u alleen dat deel mee te tellen
dat boven de € 4.264 uitkomt. Het gaat over het belastbare inkomen, dus het bruto
inkomen vóór belastingaftrek. Het inkomen is het totaalbedrag aan loon, pensioen of
uitkeringen dat u ontvangt inclusief vakantiegeld, dertiende maand of andere extra’s. Vult
u jaarlijks de belastingaangifte in? Dan geeft u uw ‘verzamelinkomen’ op.
Er gelden ook vermogensgrenzen. Voor meer informatie kunt u bellen met de
Belastingtelefoon op 0800-0543. De consulent herhuisvesting en de woonconsulent van
Ymere kunnen u hier ook meer over vertellen.


5.3 Huurgewenning

Voor bewoners die niet in aanmerking komen voor huurtoeslag en een inkomen hebben
beneden € 37.020 (belastbaar jaarinkomen) is er een speciale regeling voor
huurgewenning.
Als de nieuwe huur meer dan € 50 hoger is dan de oude huur komt u in aanmerking voor
een bijdrage. Deze bijdrage is het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50% en het derde jaar
25% van het verschil tussen de oude en de nieuwe huur minus € 50. Als de nieuwe huur
meer dan € 180 hoger is dan de oude huur ontvangt u een maximale bijdrage van 75%,
50% of 25% van € 130. De bijdrage kan tot een half jaar na de verhuizing worden
aangevraagd. Toetsmoment is de peildatum.


5.4 Vergoeding zelf aangebrachte veranderingen

Hebt u zelf veranderingen in uw woning aangebracht? Als het kan, mag u die uit de
woning verwijderen en meenemen. Als de verhuurmakelaar er geen bezwaar tegen heeft,
kunt u er ook voor kiezen om ze te laten zitten. U hebt recht op een vergoeding als de
voorzieningen niet ouder zijn dan 10 jaar en:
• met toestemming van Ymere zijn aangebracht en een verbetering van de woning zijn
en:
• aard- en nagelvast zijn en:
• in technisch goede staat verkeren en:
• met facturen kunnen worden aangetoond.
Voor de vergoeding berekenen wij de dagwaarde van de verandering op basis van de
aanlegkosten en de gangbare afschrijving. Dit is per situatie anders, dus maatwerk. Als u
meent voor deze vergoeding in aanmerking te komen, kunt u dit bespreken met de
consulent gebiedsbeheer. De verhuurmakelaar van Ymere komt uw verbeteringen dan na
de huuropzegging inspecteren en doet een voorstel voor vergoeding. Wilt u meer weten?
Vraagt u dan de informatiefolder aan bij Ymere.


6. Overige Afspraken

6.1 Informatievoorziening

Ymere is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan bewoners. Voorbeelden van
informatieverstrekking zijn de informatieavonden voor bewoners, nieuwsbrieven maar ook
het verstrekken van het Sociaal Plan.
In overleg met (een vertegenwoordiging van) de bewoners bepaald hoe,
wanneer en waarover de bewoners tijdens het verdere verloop van het proces worden
geïnformeerd.


6.2 Huurprijs

De netto huurprijs voor uw woning blijft vanaf de peildatum tot de datum van sloop gelijk.
U krijgt vanaf de peildatum geen huurverhoging. De bijkomende kosten (servicekosten
zoals watergeld) worden wel gewoon jaarlijks aangepast.
Om de leefbaarheid in het complex te waarborgen verhuurt Ymere de vrijkomende
woningen tijdelijk.


7. Planning
<>


8. Nuttige adressen

Bewonerscommissie <>
Contactgegevens
Belastingdienst particulieren
Huurtoeslag vraagt u aan bij de Belastingdienst. De Belastingdienst kan u ook helpen met
het invullen van de aanvraagformulieren voor huurtoeslag. Het kantoor van de
Belastingdienst is geopend werkdagen van 08.00 tot 17.00. De Belastingdienst zit vlakbij
station Sloterdijk. Als u dat wenst, sturen zij u de aanvraagformulieren per post toe. U kunt
ook op de website kijken.
Adres: Kingsfordweg 1, 1043 GN Amsterdam
Telefoon: 0800 – 0543
Website: www.toeslagen.nl
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
Als u in aanmerking wilt komen voor een seniorenwoning in een complex waar ook zorg
wordt geleverd, dan is vaak een indicatie voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
(AWBZ) vereist. U krijgt of u heeft een AWBZ-indicatie als u ondersteuning nodig heeft bij:
• uw persoonlijke verzorging. Als u hulp nodig heeft bij de dagelijkse verzorging. Denkt
u aan hulp bij het douchen, aankleden of pillen innemen;
• verpleging. Als u thuis medische zorg nodig heeft. Bijvoorbeeld wondverzorging of het
geven van injecties;
• ondersteunende of activerende begeleiding. Als u hulp nodig heeft bij het organiseren
van praktische zaken in het dagelijkse leven of als u thuis ondersteuning nodig heeft
bij het leren omgaan met de gevolgen van uw aandoening of handicap.
De indicaties voor AWBZ-gefinancierde zorg worden gesteld door het CIZ.
Adres Overschiestraat 55, 1062 HN Amsterdam
Telefoon 088 – 789 13 00
Website www.ciz.nl
Dienst Wonen Gemeente Amsterdam
Als u medische klachten heeft, kunt u een Medische Indicatie (MI) aanvragen. De
Medische Indicatie vraagt u aan bij de Dienst Wonen. Als u 65 jaar of ouder bent, komt u
op basis van uw leeftijd altijd in aanmerking voor een benedenwoning of een woning die
met de lift bereikbaar is. U heeft dan geen Medische Indicatie nodig.
Als u een Medische Indicatie wilt aanvragen, neemt u eerst telefonisch contact op met de
Dienst Wonen via 14020. U wordt dan doorverbonden met een medewerker van Dienst
Wonen. De medewerker zal beoordelen of het zinvol is uw aanvraag verder te
behandelen. Zij maken dan met u een afspraak voor een intakegesprek. Tijdens dit
gesprek zal u de verdere procedure worden uitgelegd. Houdt u er rekening mee dat de
hele procedure een aantal maanden kan duren!
Bezoekadres: Jodenbreestraat 25
Postadres: Postbus 1900, 1000 BX Amsterdam
Website: www.wonen.amsterdam.nl
Telefoon: 14 020
Let op: het is een vijfcijferig nummer. Het telefoonnummer is dus alleen 14020, zonder
020 of 0800 ervoor.
Stadsdeel Amsterdam
Bezoekadres: …….
Postadres: …….
Telefoon: 14 020
Let op: het is een vijfcijferig nummer. Het telefoonnummer is dus alleen 14020, zonder
020 of 0800 ervoor.


9. Aanspreekpunten Ymere

Het algemene telefoonnummer van Ymere is 0800 - 0006
Voor vragen over de verhuur of het beheer van uw woning kunt u terecht bij:
• Ymere Wonen …..
Straat
Postcode
Telefoonnummer
Adviseur vastgoedbeheer:
Consulent gebiedsbeheer:
Manager gebiedsbeheer:
Voor vragen over het project en uw verhuismogelijkheden kunt u terecht bij:
• Ymere Stafbureau
Consulent herhuisvesting:
Telefoonnummer
Voor vragen over de verkoop kunt u terecht bij: <>
• Ymere Project- en Gebiedsontwikkeling
Verkoopmanager:
Telefoonnummer


10. Verklarende woordenlijst

Huishouden Alle gezinsleden, familie en andere personen die op uw
woonadres staan ingeschreven.
Huurtoeslag Huurtoeslag heette vroeger huursubsidie. Huurtoeslag is een
tegemoetkoming van de overheid in de kosten voor uw huur.
U vraagt huurtoeslag aan bij de Belastingdienst.
Inkomen Als u in dit Sociaal Plan leest over het inkomen dan gaat het
om het belastbare inkomen dus het bruto inkomen vóór
belasting. Het inkomen is het totaalbedrag aan loon, pensioen
of uitkeringen dat u ontvangt. Inclusief het vakantiegeld, een
dertiende maand of andere extra’s. Vult u jaarlijks de aangifte
inkomensbelasting in? In dat geval geeft u uw
“verzamelinkomen” op.
Peildatum Dit is de datum waarop uw stadsvernieuwingsurgentie ingaat.
Na deze datum kunt u één jaar met
stadsvernieuwingsurgentie reageren op het aanbod in
WoningNet. De peildatum verschilt per blok.
Rekenhuur De rekenhuur is de netto huur plus de servicekosten die in
aanmerking komen voor huurtoeslag. Het gaat dan om de
servicekosten voor elektriciteit, schoonmaak en huismeester.
De rekenhuur van een woning staat vermeld in de advertentie
in WoningNet.

Kaderafspraken voor sociale plannen bij sloop en verbetering 2009 t/m 2010

Overeengekomen tussen de gemeente Amsterdam, de Amsterdamse stadsdelen, de
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam
Behorende bij de Beleidsovereenkomst Wonen Amsterdam 2007 t/m 2010

Vastgesteld in het AVO van 11 maart 2009

1 Algemeen

1.1 Geldigheid Stedelijke Overeenkomst

· De stedelijke overeenkomst bevat een set van afspraken over de positie van bewoners
bij vernieuwingsingrepen in Amsterdam. Het gaat daarbij om alle bouwkundige ingrepen
die direct gevolgen hebben voor bewoners, zoals ingrijpende renovatie en sloopnieuwbouw.
In de stedelijke overeenkomst worden de rechten en plichten van partijen
omschreven.
· Het leidende principe van de kaderafspraken is dat de rechtspositie van bewoners bij
vernieuwingsingrepen in heel Amsterdam gelijk dient te zijn.
· De stedelijke kaderafspraken gelden met ingang van ondertekening van deze
overeenkomst voor alle nieuwe ingrepen. Voor reeds verrichte ingrepen en afgesloten
sociale plannen blijven de gemaakte afspraken gelden.
· De overeenkomst geldt voor alle huurders van woningcorporaties die te maken hebben
met bouwkundige ingrepen die direct gevolgen hebben voor bewoners. Omdat
particuliere eigenaren - anders dan de woningcorporaties - geen bevoegdheid hebben
om bewoners een voorrangspositie op de woningmarkt te geven zullen deze de
herhuisvesting van bewoners moeten uitbesteden aan het Ontwikkelingsbedrijf
Gemeente Amsterdam (OGA). Stadsdelen adviseren het OGA hierover. Daarmee is ook
de positie van huurders van particuliere woningen bij vernieuwingsingrepen zeker
gesteld en geldt de stedelijke overeenkomst ook voor hen.
· Deze overeenkomst biedt het stedelijke kader voor sloop en verbetering op
gebiedsniveau. Voor het leveren van maatwerk hebben partijen de mogelijkheid om
aanvullende afspraken op gebiedsniveau te maken.
· Naast deze overeenkomst gelden nog een aantal stedelijke en landelijke kaders. Deze
gelden onverkort ook voor deze overeenkomst. Het gaat hier om:
- de Wet op de huurtoeslag
- de Leegstandwet
- de Wet bevordering eigenwoningbezit (koopsubsidie)
- de Beleidsovereenkomst Wonen Amsterdam
- de Regionale Huisvestingsverordening
- het Regionaal Convenant Woonruimteverdeling
- het Convenant Woonruimtebemiddeling
- de Uitvoeringsinstructies die betrekking hebben op woonruimteverdeling en tijdelijke
verhuur
- de Amsterdamse Leidraad voor participatie bij wijkvernieuwing.


1.2 Overleg en informatie

Verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening
De verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening bij vernieuwingsingrepen ligt bij de
opdrachtgevers. Dit zijn meestal de corporatie en/of het stadsdeel. Vertegenwoordigers van
bewoners(organisaties) kunnen opdrachtgevers gevraagd en ongevraagd adviseren over de
gewenste informatievoorziening. Opdrachtgevers streven naar maatwerk bij het leveren van
informatie.
Onderdelen die opdrachtgevers in ieder geval betrekken in hun besluitvorming zijn:
· het moment waarop de informatie wordt gegeven
· de communicatiemiddelen die worden ingezet (brieven, informatiebijeenkomsten,
huisbezoeken e.d.)
· de talen waarin de informatie wordt gegeven.
Wanneer welke informatie?
Het stadsdeel en de corporatie verzorgen de informatievoorziening over de vernieuwing aan
bewoners zonodig gezamenlijk.
De stadsdelen en corporaties hebben het streven om bij elk stedelijk vernieuwingsproject of
renovatieproject belanghebbende partijen in een vroegtijdig stadium te betrekken. In de
Amsterdamse Leidraad voor Participatie bij Wijkvernieuwing is de participatieladder
opgenomen als instrument om de verschillende niveaus van participatie aan te duiden.


1.3 Draagvlakmeting

De partijen erkennen het belang van draagvlak onder de bewoners voor een collectieve
ingreep, niet zijnde sloop. Er is sprake van voldoende draagvlak als 70% van de zittende
bewoners met een vast huurcontact instemt of als 70% van de zittende bewoners inmiddels
is verhuisd.
Een draagvlakmeting heeft tot doel te meten of er voldoende draagvlak is onder de
bewoners voor de plannen van de corporatie. Het percentage van 70% geldt als minimale
norm voor voldoende instemming met de plannen. Indien het stadsdeel adviseert over het
afgeven van een peildatum, dan neemt het stadsdeel de draagvlakmeting mee in de
beoordeling van de plannen.
De draagvlakmeting fungeert als een meningspeiling. Bij daadwerkelijke uitvoering van de
plannen dient met iedere individuele bewoner tot overeenstemming gekomen te worden. Bij
onoverbrugbare geschillen is de rechter de oordelende partij.
Uitgangspunten draagvlakmeting
· De corporatie voert een draagvlakmeting uit als er uitgewerkte plannen zijn waarin
projectspecifieke zaken zijn opgenomen en er een sociaal plan is.
· In een draagvlakmeting vraagt de corporatie of de bewoner instemt, niet instemt, of geen
mening heeft over de plannen.
· Alleen zittende huurders met een vast huurcontract nemen deel aan de draagvlakmeting
· Een onafhankelijke partij voert de draagvlakmeting uit. Dit om schijn van partijdigheid te
voorkomen.
· De corporatie bepaalt in overleg met de bewonersvertegenwoordiging door wie en hoe
de draagvlakmeting wordt uitgevoerd.
· De corporatie en bewonersvertegenwoordiging stemmen de vragen die worden gesteld
in de draagvlakmeting met elkaar af.
· Het doel van de draagvlakmeting moet duidelijk zijn en daarom wordt de draagvlakmeting
niet gecombineerd met andere onderzoeken/metingen (tenzij de
bewonersvertegenwoordiging instemt)
Voordat het plan voor sloop/nieuwbouw of renovatie is vastgesteld stellen opdrachtgevers
belanghebbende bewoners op de hoogte van de voortgang en de mogelijkheden om
wijzigingen aan te brengen. Tenminste anderhalf jaar voor de sloop of renovatie worden
bewoners op de hoogte gesteld van de stand van zaken.


1.4 Bewonersbegeleiding

Eén tot anderhalf jaar voor de sloop of renovatie wordt bij alle bewoners een huisbezoek
afgelegd door de eigenaar of beheerder of in diens opdracht door het OGA. Daarbij wordt
geïnventariseerd in welke mate begeleiding bij het zoeken naar een andere woning nodig is.
Na afloop van het uitplaatsingsproces (de definitieve verhuizing) onderzoeken opdrachtgevers
of de uitplaatsing naar wens is verlopen.
Bewoners hebben recht op onafhankelijke voorlichting en ondersteuning. De redelijke kosten
daarvan, voor zover er niet al gebruik gemaakt kan worden van algemeen beschikbare
faciliteiten, komen voor rekening van de investeerder na diens goedkeuring.
Stadsdelen maken zich sterk voor gelijke regelingen bij projecten met particuliere eigenaren.


1.5 Beheer

Om de leefbaarheid in buurten tijdens de vernieuwingsingreep op peil te houden werken
opdrachtgevers met een beheerplan. In het algemeen zijn dit de stadsdelen en de
corporaties. Zij hebben verschillende beheerverantwoordelijkheden. Vertegenwoordigers van
bewoners(organisaties) kunnen opdrachtgevers gevraagd en ongevraagd adviseren over de
gewenste beheermaatregelen. In een beheerplan leggen opdrachtgevers de volgende zaken
vast:
· Regeling voor klachten, meldpunt voor klachten.
· Informatie aan omwonenden.
· Afspraken over intensief onderhoud aan complex, tuinen en straten.
· Specifieke maatregelen zoals verlichting, plaatsen van afvalcontainers e.d.
· Extra dienstverlening in de vorm van toezicht en onderhoud aan het complex.
· Inzet van tijdelijke verhuur en gebruiksovereenkomsten bij leegkomende woningen.
· Duur van het project.
Woningverbetering wordt zo veel als technisch en financieel mogelijk als individuele keuze
aangeboden in pakketten bovenop het wegwerken van achterstallig onderhoud.
De vergoeding bij ingrijpende en niet ingrijpende renovatie is niet van toepassing op door de
bewoner zelf aangebrachte voorzieningen. Uiteraard staat het de corporaties en de
bewoners vrij om nadere afspraken te maken over vergoeding als de situatie daar aanleiding
toe geeft.
Bij woningverbetering kan geen aanspraak worden gemaakt op de vergoeding die geldt bij
ingrijpende en niet-ingrijpende renovatie.


1.6 Klachten

Huurders die een geschil hebben met hun corporatie over de toepassing van deze kaderafspraken
en/of een lokale uitwerking daarvan proberen er eerst met het werkapparaat van
de corporatie uit te komen. Lukt dat niet, dan kunnen zij zich wenden tot de klachtencommissie
van de corporatie. Deze baseert haar oordeel niet alleen op het corporatiebeleid
maar ook over de vraag of ze van mening is dat de kaderafspraken en/of de lokale
uitwerking daarvan redelijk zijn toegepast.
De uitspraken van de klachtencommissie worden jaarlijks besproken door de Huurdersvereniging
Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. De AFWC
maakt hiertoe een geanonimiseerd overzicht van de behandelde klachten. De bespreking
kan leiden tot aanbevelingen voor de klachtencommissie en kan leiden tot aanpassing van
de Kaderafspraken voor sociale plannen bij sloop en verbetering.


2 De ingrepen

Bij herstructureringsactiviteiten zijn er verschillende ingrepen die gevolgen hebben voor de
woonsituatie van de bewoners:
· Sloop
· Ingrijpende Renovatie (kan niet tijdens bewoning)
· Niet ingrijpende renovatie/kleine renovatie (kan tijdens bewoning)


2.1 Sloop

Het besluit om een complex te slopen maakt onderdeel uit van een fase 3 besluit uit het
Plaberum van de gemeente Amsterdam. dit besluit wordt genomen door de stadsdeelraad of
B&W van Amsterdam. Een besluit tot het voornemen van sloop wordt eerst genomen door
de corporatie of particuliere eigenaar. Het stadsdeel geeft na goedkeuring een sloopvergunning
af. De bewoners hebben inspraak op besluiten van het stadsdeel. Als het fase 3
besluit is genomen stelt het OGA namens B&W de peildatum vast. Vanaf de peildatum
hebben bewoners het recht op de in dit kader vermelde vergoedingen.


2.1.1 Sloopbesluit en peildatum

· Het besluit tot sloop ligt ten minste 1 jaar voor de datum van ingreep.
· Bewoners worden na vaststelling van het fase 3 besluit (“sloopbesluit”) door het
stadsdeel en de verhuurder schriftelijk geïnformeerd over de plannen, de peildatum en
hun rechtspositie.
· De peildatum wordt na overleg tussen corporatie en stadsdeel vastgesteld door het OGA
en zo gekozen dat bewoners één tot anderhalf jaar de tijd hebben voor het zoeken naar
vervangende woonruimte.
· Indien bij een project sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de
herhuisvesting van veel grote gezinnen of ouderen, kan de herhuisvestingsperiode
vervroegd worden ingezet.
De corporaties streven er naar dat op de peildatum met alle bewoners contact is gelegd en
dat zij op de hoogte zijn van hun stadsvernieuwingsstatus.
De woningcorporaties bieden bewoners, zoveel als mogelijk, uitzicht op een wooncarrière bij
verhuizing als gevolg van sloop/nieuwbouw, renovatie of samenvoegen. De invulling van het
begrip wooncarrière verschilt per bewoner en kan bestaan uit bijvoorbeeld meer ruimte, een
gewenste locatie, een betere uitrusting van de woning of betere geluidsisolatie en energieisolatie.
De eerste verantwoordelijkheid voor het realiseren van een wooncarrière ligt bij de
bewoners. Gemeente, stadsdelen en corporaties beseffen dat dit niet altijd realiseerbaar is,
maar spannen zich in om de bewoners te helpen bij het verwezenlijken van een wooncarrière,
bijvoorbeeld door middel van advisering en bemiddeling.


2.1.2 Verhuurzaken

· De netto huur wordt vanaf de voor de woning geldende peildatum bevroren voor de
zittende huurders (gefaseerde projecten kennen meerdere peildata).
· De woning moet bij verhuizing in verhuurbare staat worden achtergelaten.
· Corporaties waarborgen de leefbaarheid in complexen en zullen daartoe indien mogelijk
vrijkomende woningen tijdelijk verhuren.
· Tijdelijk verhuurde woningen worden voor een passend huurniveau verhuurd, dat
betekent dat de huurprijs in sommige gevallen mede wordt bepaald door de verhuurbaarheid.
Leidraad is de Uitvoeringsinstructie Tijdelijke Verhuur.
De corporaties streven er naar om het nieuwe woningaanbod te laten aansluiten op de
wensen van de bewoner. Dit betekent bijvoorbeeld dat de prijsstelling van het woningaanbod
zoveel mogelijk aansluit bij de prijs die de bewoner kan betalen. Als het de bewoner niet lukt
om op eigen kracht een passende woning te vinden, dan staan de corporaties de bewoner
terzijde met advies en bemiddeling. Dit betekent dat de corporaties in de praktijk voor
sommige bewoners via maatwerk op zoek gaan naar een passende woning.


2.2 Ingrijpende renovatie

Onder een ingrijpende renovatie wordt een renovatie verstaan die niet tijdens bewoning
uitgevoerd kan worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het samenvoegen van woningen of
het anders indelen van de woning. Of een renovatie al dan niet tijdens bewoning uitgevoerd
kan worden wordt bepaald door de corporatie.
Afhankelijk van de situatie kunnen legale hoofdbewoners eventueel:
· terugkeren in de eigen woning, mits passend bij huishoudensamenstelling en inkomen of
· terugkeren naar een passende woning in het complex (zolang de voorraad strekt) of
· definitief verhuizen als stadsvernieuwingsurgent naar een andere woning.
Per project worden de mogelijkheden bekeken. Bij terugkeer biedt de corporatie een
wisselwoning aan.
Als de woning ingrijpend wordt gerenoveerd en de huurder om die reden de woning
moet verlaten, komt de hoofdbewoner in aanmerking voor een eenmalige tegemoetkoming
in de verhuis- en inrichtingskosten van € 5.275 (peildatum 1 maart 2009).
Afspraken:
· De afspraken rond vaststelling van de peildatum en verhuurzaken zijn grotendeels
dezelfde als bij sloop. Maar er wordt geen fase 3 besluit (“sloopbesluit”) genomen.
Bewoners worden door de verhuurder schriftelijk geïnformeerd over het besluit tot
renovatie, de peildatum en hun rechtspositie.
· In een wisselwoningcontract tussen corporatie en huurder worden afspraken gemaakt
over huur, duur van het verblijf in de wisselwoning en een eventuele vergoeding bij later
opleveren van de vernieuwde woning.
· De huur van de wisselwoning is nooit hoger dan de huur van de oude woning, tenzij de
bewoner daar geen bezwaar tegen heeft.
· De bewoner krijgt voor de verhuizing ten minste twee weken de tijd.


2.3 Niet ingrijpende renovatie (kleine renovatie)

Een kleine renovatie gebeurt tijdens bewoning. Er is vaak sprake van overlast waaruit
onvermijdbare herinrichtingskosten voortvloeien. Afhankelijk van het type werkzaamheden
wordt door de corporatie een vergoeding uitgekeerd en wel als volgt:
€ 575 (peildatum 1 maart 2009) bij minimaal twee van de volgende werkzaamheden:
· het aanleggen van nieuwe standleidingen
· wijziging van de maatvoering van kozijnen
· het vervangen van het plafond en/of de wandafwerking in een woonvertrek
· het opheffen van technische gebreken aan de keuken (niet zijnde reguliere reparatieverzoeken
en/of het herplaatsen van een nieuw keukenblok)
· het opheffen van technische gebreken aan de sanitaire ruimte (niet zijnde reguliere
reparaties en/of het vervangen van sanitaire toestellen)
· slechte installaties (riool, loden waterleidingen, stalen gasleidingen met hennep, geen
aarding via aardelektrode, waterleiding in meerdere strangen)
· een volledig nieuw keukenblok met vernieuwing van het gehele tegelwerk, waarbij de
bewoner maximaal 5 werkbare dagen lang geen gebruik kan maken van de keuken
· het geheel of gedeeltelijk vervangen van de badkamervloer waarbij de bewoner
maximaal 5 werkbare dagen geen gebruik kan maken van de badkamer
€ 1.610 (peildatum 1 maart 2009) bij één of meerdere van de onderstaande ingrepen:
· het herinrichten (verplaatsen van apparatuur) van keuken of sanitaire ruimte
· het verplaatsen van een keukenblok vanwege het verplaatsen van standleidingen of
wijzigingen in het leidingnet (water/afvoer)
· het bouwkundig verplaatsen of laten vervallen van wanden ter verbetering van de
woningplattegrond
· het wijzigen van het aantal vertrekken met toevoeging en / of verwijdering van een wand
Samenloop van meerdere maatregelen kan leiden tot verschuiven van het niveau van de
ingrepen en daarbij horende vergoedingen. Het niveau van de ingrepen bij meerdere
maatregelen en de hoogte van de bijbehorende vergoeding wordt bepaald door de
corporatie.
Bij het plaatsen van uitsluitend centrale verwarming of dubbele beglazing is geen tegemoetkoming
beschikbaar.
Bewoners kunnen alleen aanspraak maken op een vergoeding voor een niet ingrijpende
renovatie indien zij de woning blijven huren.


3 Voorrang op de woningmarkt

3.1 Stadsvernieuwingsurgent

Bij vernieuwingsingrepen waarbij bewoners niet langer op de woning kunnen blijven omdat
deze wordt gesloopt of ingrijpend verbeterd krijgen zij voorrang op de woningmarkt. Zij
worden stadsvernieuwingsurgent. Dit geeft het recht om in Amsterdam met voorrang te
reageren op vrijkomend aanbod van de Amsterdamse corporaties. Ook kunnen zij met
voorrang reageren op een deel van het aanbod van de corporaties in de regio (het ROAgebied).
De status van stadsvernieuwingsurgente stelt de bewoner in staat met voorrang
passende huisvesting te vinden. Passend wil in dit geval zeggen dat de verhouding tussen
inkomen en huur en die tussen huishoudensgrootte en woninggrootte voldoet aan de
gemeentelijke regels. Bij inschrijving op een woning in Woningnet wordt volgens de
stedelijke regelgeving de volgorde vastgesteld waarin de kandidaten in aanmerking komen.
Als meerdere stadsvernieuwingsurgenten reageren op dezelfde woning, komen eerst de
stadsvernieuwingsurgenten die langer dan 5 jaar in het stadsdeel wonen aan de beurt. Zij
hebben voorrang boven stadsvernieuwingsurgenten die nog geen 5 jaar in het stadsdeel
wonen of stadsvernieuwingsurgenten die uit een ander stadsdeel komen. Als meerdere
stadsvernieuwingsurgenten reageren op een woning, wordt de volgorde bepaald door de
geplande sloopdatum. Als meerdere stadsvernieuwingsurgenten met dezelfde geplande
sloopdatum reageren, gaat de oudste in leeftijd voor. Inwoners (en inwonende kinderen
boven de 18 jaar) kunnen in sommige gevallen semi-stadsvernieuwingsurgent worden en als
voorrangskandidaat reageren op een beperkt deel van het aanbod. Zij ontvangen geen
tegemoetkoming in de verhuiskosten. De corporatie of de gemeente is verantwoordelijk voor
het vaststellen van de status en voor de uitplaatsing en herhuisvesting van stadsvernieuwingsurgenten.


3.2 Bewonersbegeleiding

Stadsvernieuwingsurgenten zoeken in principe zelf via het aanbodsysteem een nieuwe
woning, maar dit sluit een actieve bemiddelende rol van de verhuurder niet uit. Verhuurders
leveren de bewoners hierbij maatwerk. De geboden begeleiding begint, in geval van
noodzakelijke uitplaatsing, met een huisbezoek van de corporatie. In het huisbezoek
inventariseert de corporatie de wensen van de bewoners, bijvoorbeeld de wens voor een
bepaalde buurt, en bespreekt de herhuisvestingsmogelijkheden in het gebied en daarbuiten.
Daarbij wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de bewoner
(inkomen, huishoudenssamenstelling, leeftijd en woonduur). De bewoner ontvangt een brief
van de corporatie waarin wordt bevestigd dat hij als stadsvernieuwingsurgent met voorrang
kan reageren op het woningaanbod. Na het huisbezoek hangt de geboden begeleiding af
van de wensen en mogelijkheden van de bewoner om zelf een woning te kunnen zoeken.
Deze kan bestaan uit de volgende onderdelen:
1. Begeleiding bij het zoeken naar een passende woning in de woningkrant en het
inschrijven op woningen
2. Indien het inschrijven onvoldoende resultaat oplevert: het actief aanbieden van
woningen door de verhuurder
3. Begeleiding bij huuropzegging, tekenen van huurcontract en het aanvragen van
subsidies en vergoedingen
4. Het bieden van maatwerk als individuele bewoners in de knel komen bij de herstructurering.
Maatwerk voor ouderen en mindervalide bewoners
Indien gewenst kunnen ouderen en mindervalide bewoners extra hulp en begeleiding krijgen
bij het zoeken naar een andere woning. Indien nodig wordt contact gezocht met andere
hulpverlenende instanties.
De corporaties bekijken daarnaast op projectniveau of er ouderen (65+) en mindervalide
bewoners zijn die begeleiding nodig hebben bij de verhuizing of de inrichting van de woning.
Indien nodig bieden de corporaties maatwerk als individuele ouderen en minder valide
bewoners in de knel komen.


3.3 Garantie op passend aanbod in de nabije omgeving

De corporaties garanderen dat stadsvernieuwingsurgenten uit een aangewezen
vernieuwingsgebied altijd een passend aanbod krijgen in de nabije omgeving. Voor Noord en
Zuidoost betekent nabije omgeving een passend aanbod in het stadsdeel, voor de
Westelijke Tuinsteden betekent dit een passend aanbod in de Westelijke Tuinsteden. Voor
eventuele andere delen van de stad betekent nabije omgeving indien mogelijk het stadsdeel.
De corporaties zullen zich inspannen om de herhuisvesting in de nabije omgeving zo dicht
mogelijk bij de oorspronkelijke woonplek te laten zijn, indien dit de wens is van de bewoner.


3.4 Informatievoorsprong en voorrang bij huur en koop in het vernieuwingsgebied

De corporaties stellen belangstellende bewoners uit een vernieuwingsgebied als eerste op
de hoogte van het eigen vrijkomend aanbod aan nieuwbouw- en gerenoveerde woningen
(huur en koop) in het betreffende vernieuwingsgebied. Belangstellende bewoners uit het
betreffende vernieuwingsgebied kunnen hier als eerste op intekenen. De volgordebepaling
naar voorrang bij huurwoningen wordt:
1.Stadsvernieuwingsurgenten uit het vernieuwingsgebied die daar tenminste 5 jaar wonen.
2.Stadsvernieuwingsurgenten uit de rest van het stadsdeel die daar tenminste 5 jaar wonen.
3.Overige stadsvernieuwingsurgenten.
Ten aanzien van koopwoningen geldt eveneens dat verkoopmateriaal als eerste verspreid
wordt onder de belangstellende stadsvernieuwingsurgenten uit het vernieuwingsgebied.
Deze stadsvernieuwingsurgenten kunnen hier eveneens als eerste op intekenen. De
verkopende partij stelt de criteria voor de volgordebepaling bij toewijzing van koopwoningen
vast.


3.5 Verhuizen naar een woning die gesloopt wordt

Om te voorkomen dat bewoners ongewild twee keer wegens sloop of ingrijpende renovatie
zouden moeten verhuizen, geven corporaties in de woningadvertentie of bij de directe
bemiddeling aan, of er voornemens zijn om de woning te slopen, ook als dat op wat langere
termijn is. Ondanks deze voorzorgmaatregelen kan het bij uitzondering toch voorkomen dat
bewoners ongewild opnieuw te maken krijgen met stedelijke vernieuwingsingrepen. Zij
hebben wederom recht op een verhuiskostenvergoeding.


4 Financiële regelingen

In dit hoofdstuk staan de financiële regelingen vermeld die betrekking hebben op ondersteuning
van bewoners bij stedelijke vernieuwingsingrepen. Andere algemenere regelingen
van het rijk of van de gemeente, zoals de huurtoeslag, de koopsubsidie, de starterslening en
het Woonlastenfonds, blijven hier buiten beschouwing.


4.1 Verhuis- en herinrichtingskosten

Bij sloop en ingrijpende renovatie komen legale hoofdbewoners in aanmerking voor een
tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten van € 5.275 (1 maart 2009). Vanaf
de peildatum hebben bewoners het recht op de vergoeding. De hoogte van de
tegemoetkoming wordt jaarlijks aangepast door de Minister van Wonen, Wijkaanpak en
Integratie. De opzegdatum van het huurcontract is bepalend voor de hoogte van de
tegemoetkoming. De tegemoetkoming wordt na oplevering van de oude woning door de
corporatie overgemaakt aan de huurder. Een eventuele huurachterstand wordt hiermee
verrekend.
Bij een niet ingrijpende renovatie biedt de woningcorporatie, afhankelijk van het soort
verbeteringen, een vergoeding van € 575 of € 1.610 (zie hiervoor ook 2.3). De hoogte van
deze tegemoetkomingen wordt jaarlijks evenredig aan de verhoging van de tegemoetkoming
bij sloop en ingrijpende renovatie aangepast.


4.2 Huurgewenning

Er is een huurgewenningsbijdrage voor huurders met een inkomen tussen de grens van de
huurtoeslag en de ziekenfondsgrens die bij verhuizing een huursprong maken van meer dan
€ 50 per maand. De bijdrage bedraagt:
het 1e jaar (nieuwe huur min oude huur min € 50,-) x 75%
het 2e jaar (nieuwe huur min oude huur min € 50,-) x 50%
het 3e jaar (nieuwe huur min oude huur min € 50,-) x 25%
Als het verschil tussen de oude huur en nieuwe huur meer dan € 180,- bedraagt wordt het
verschil afgetopt op € 180,-. Dus (180-50) x 75% of 50% of 25%.
De bijdrage kan tot een half jaar na de verhuizing worden aangevraagd. Daarbij
wordt er van uitgegaan dat de uitplaatsende corporatie de bewoners voldoende van
deze mogelijkheid op de hoogte heeft gesteld. De bijdrage wordt betaald door de
uitplaatsende corporatie.

zaterdag 27 februari 2010

Buurtbrief Februari 2010



Lieve Buren,


Het is een tijdje geleden dat jullie van ons gehoord hebben. Maar we hebben alles behalve stilgezeten. We vragen in deze brief aandacht voor 3 dingen:


1. De concept buurtvisie

2. De uitgevoerde werkzaamheden

3. De informatiemarkt Osira over St. Bernardus


Ad 1. Het is alweer een tijd geleden, maar hier is hij dan: de conceptbuurtvisie.

Nu zijn we natuurlijk nieuwsgierig wat jullie ervan vinden. Hebben we dingen gemist? Heb je nog aanvullende opmerkingen? Ziet het er goed uit? Vertel het ons! Schrijf je commentaar op, je kunt ook opmerkingen maken op de visie zelf. Gooi je aanvullingen of commentaar bij Michelle in de brievenbus (nummer 202-2 ), graag met naam. Het dringende verzoek om dat zo snel mogelijk te doen, tenminste vóór 9 maart. Dan kunnen we een aantal opmerkingen meteen voorleggen aan Ymere tijdens ons volgende overleg.


Ad 2. Onlangs kregen we een brief van Ymere waarin ze meldden dat de oplapbeurt werkzaamheden rond onze panden waren afgerond. Tevens vroegen ze om aan te geven of er nog zaken waren die in dit kader vergeten waren. Een aantal dingen zijn al doorgegeven, zoals de grafiti op de muren, ook gingen bij sommige mensen de ramen niet meer open. Wij vragen jullie of er nog gebreken zijn aan je woning die met wind- en waterdicht te maken hebben, en die aan ons door te geven dan verzamelen wij die, en geven ze door aan Ymere. Wel even je naam en adres erbij graag.


Ad 3. Deze week ontvingen wij een brief van Osira en stond in het stadsdeelnieuws een artikel over een informatiemarkt over de nieuwbouw van St. Bernardus en de tijdelijke huisvesting die hiervoor komt op de Groenmarktkade. Het is een bijeenkomst om jullie te informeren over deze plannen. 4 maart 19.00-21.00 uur nieuwe passeerdersstraat 2 in het trefpunt van St. Bernardus.


Verder maken we jullie attent op het feit dat er een Groenmarkt Facebook pagina is. Wordt lid en bekijk er het laatste nieuws over je buurt.


Volgende week is er weer een klankbordbijeenkomst over de sanering. Via de website van de gemeente kunnen jullie de vergaderstukken inzien. Ook kunnen jullie Michelle vragen of ideeën aan de hand doen, die zit namens onze buurt in die klankbordgroep.


Groet,


Simon van der Sleen

Michelle de la Haye

Joeban Bergs